hoofd_banner

VDV 261 herdefinieert het laad-ecosysteem voor elektrische bussen in Europa

VDV 261 herdefinieert het laad-ecosysteem voor elektrische bussen in Europa

In de toekomst zal het Europese elektrische openbaarvervoerspark nog eerder het intelligente tijdperk ingaan, dankzij de wisselwerking van innovatieve technologieën uit tal van sectoren. Tijdens het opladen maken slimme elektrische voertuigen verbinding met het smart grid – intelligente laadstations – via intelligente laadpalen. Het laadproces wordt aanzienlijk vereenvoudigd en automatisch gestart via PNC (Plug and Charge), waarbij het voertuig het meest economische tarief kiest. Autorisatie is gebaseerd op certificeringen van het voertuig, platform en de exploitant.

Een dergelijk "slim" ecosysteem voor het opladen van elektrische voertuigen moet rekening houden met de individuele behoeften van gebruikers van laadstations, voertuiggebruikersprofielen, laadtijdvensters en netbelasting. Laadinfrastructuur en netbronnen voeren multimodale analyses uit op basis van de huidige beschikbaarheid van energie (inclusief prijsstructuur) om het optimale activeringstijdstip te bepalen. De BPT-functie van ISO 15118 maakt het mogelijk om batterij-energie terug te leveren aan het net of te gebruiken als noodstroombron voor andere elektrische voertuigen of woningen.

30KW CCS1 DC-lader

De release van VDV 261 is bedoeld om transportbedrijven, busfabrikanten en leveranciers van softwareoplossingen te helpen bij het realiseren van uniforme communicatie tussen elektrische bussen en diverse backendsystemen, zoals depotbeheersystemen. Communicatie tussen voertuigen en laadstations is breed aangepakt in het kader van het internationale standaardisatieproces: ISO 15118, die de binnenlandse export van bussen mogelijk maakt door de installatie van elektrische voertuigen (EVCC's), is momenteel de gevestigde standaard. Aan de eisen die voortvloeien uit elektrische busdiensten kan echter niet volledig worden voldaan door 15118 alleen. Deze communicatiestandaard beschrijft met name niet de communicatie-inhoud voor systemen die bedrijfsvoertuigen inplannen en voorbereiden op het volgende vertrek, zoals activeringsvoorbereiding.

Wanneer een elektrische bus een laadstation binnenrijdt, moet er daarom sprake zijn van ‘intelligente samenwerking’.

Automatische identiteitsauthenticatie:

Het voertuig voltooit een tweerichtingsverificatie van het digitale certificaat met het laadstation via PNC (Plug and Charge), waardoor handmatig kaartlezen niet meer nodig is. Dit vereist de toepassing van het ISO 15118-communicatieprotocol en de toepassingsoplossing is EVCC.

Nauwkeurige vraagafstemming:

Het laadstation selecteert automatisch de optimale laadtijd op basis van de accustatus van het voertuig, het operationele plan voor de volgende dag en de realtime elektriciteitsprijs van het net. De oplossing is een intelligent beheersysteem + EVCC.

Naadloze integratie van voorverwerking:

Vóór vertrek wordt de benodigde energie voor de temperatuurregeling in het interieur rechtstreeks van het laadstation (VDV 261-VAS-functie) gehaald en blijft 100% van het accuvermogen gereserveerd voor het rijden. De oplossing is een intelligent managementsysteem + EVCC met VAS-functie.

Wat betekent VDV 261 voor openbaarvervoerders?

VDV 261 voorziet in een belangrijke behoefte van elektrische busmaatschappijen in heel Europa door een gestandaardiseerde methode te bieden voor het voorverwarmen van hun elektrische busvloten. Het stelt maatschappijen in staat hun voertuigen bij koud weer voor te verwarmen en ze natuurlijk te koelen voordat ze in de zomer daadwerkelijk de remise verlaten. In sommige Europese landen zijn bussen wettelijk verplicht uitgerust met VAS-functionaliteit en moeten ze een specifieke binnentemperatuur voor chauffeurs en passagiers aanhouden voordat ze kunnen vertrekken voor service.

VDV 261 Hoe wordt de voorconditionering van elektrische bussen geregeld?

VDV 261 bouwt voort op andere communicatieprotocollen zoals ISO 15118 en OCPP. VDV 261 maakt gebruik van bestaande laadinfrastructuur en communicatieprotocollen voor preconditionering. Om te laden in een depot, moet elke elektrische bus aangesloten zijn op een laadstation. Het bijbehorende telematicaplatform kan de bus detecteren en identificeren en de volgende informatie naar het voertuig verzenden: vertrektijd, of de tijd waarop het voertuig de preconditionering moet voltooien; het vereiste type preconditionering (bijv. koeling, verwarming of ventilatie); en de buitentemperatuur, mocht de bus zich in een depot bevinden waar de buitentemperaturen aanzienlijk afwijken van de interne omstandigheden. Aan de hand van deze parameters weet het voertuig of preconditionering nodig is, welke actie moet worden ondernomen (verwarmen of koelen) en wanneer het klaar moet zijn (vertrektijd). Op basis van deze informatie kan het voertuig zijn klimaatsysteem gebruiken om zich voor te bereiden op reizen met de optimale temperatuur.

Binnen het VDV 261-protocol wordt de voorconditionering rechtstreeks tussen het voertuig en het laadmanagementsysteem onderhandeld. Het voordeel is dat het automatisch op alle bussen wordt toegepast. Er is geen handmatige tussenkomst nodig, wat de productiviteit en veiligheid verbetert. Bovendien vergroot het voorconditioneren van accu-aangedreven voertuigen hun actieradius, omdat de energie die nodig is voor het verwarmen of koelen van het voertuig afkomstig is van het net in plaats van de accu. Wanneer een elektrische bus verbinding maakt met een slim laadstation, verzendt deze gegevens om precies te bepalen of voorconditionering nodig is en welk type. Het voertuig is volledig klaar voor vertrek zodra het klaar is om te vertrekken.


Plaatsingstijd: 13-09-2025

Laat uw bericht achter:

Schrijf hier uw bericht en stuur het naar ons